Zondag 17 april 2011, lang op voorhand aangekruist in m'n agenda als de rit der ritten en zeker niet te missen.
Dus om iets na zessen uit mijn bedje (waar ik veel te laat was in gekropen, maar dat geheel terzijde,...)
en kwart voor zeven in Wetteren op de parking van de Restop (waar blijkbaar ook serieuze werken bezig zijn.)
tien na zeven zijn we daar vertrokken met een motor of vijf, om vervolgens in Groot-Bijgaarden nog een paar mottards op te pikken. Tot slot zou er in Leuven ook nog iemand aansluiten, maar die was er niet (achteraf bleek hij problemen gehad te hebben met zijn GPS) maar Jan arriveerde kort na ons in Francorchamps. Ergens na Leuven werden we nog bijgebeend door Raf en Veerle (die hun een beetje overslapen hadden want eigenlijk zouden ook zij aansluiten in Wetteren)
Dus zo rond 09h00 arriveerden we aan het Racing Hotel en algauw bleek het een gezellige dag te gaan worden.
Inschrijven.
Stukske eten en rond 10h vertrokken we met een groep van toch wel 10-11 moto's
Guy op kop en het mag gezegd zijn, Guy doet dat zeer goed
Ikke in derde, soms vierde positie en het tempo zat er goed in.
Mooie streek mooie baantjes.
Maar op Km 96 van het roadbook ging het mis met mijn Guustje, plots viel één cilinder uit en subiet begon de gevreesde gele "motorstoring"-lamp te branden, aan de kant dus.
Een geluk bij een "ongeluk" dat Raf in ons midden was, zijn deskundige handen en geest begonnen stelselmatig de mogelijke oorzaken op te sporen/elimineren
en zowaar, na bijna een uur vanalles geprobeert te hebben draaide de kleine Guust weer op twee cilinders.
Guy was ondertussen verder gereden en teruggekeerd met de melding dat ze in Mahlem een gezellig cafeetje gevonden hadden, perfekt voor een middagpauze.
Dus wij allen daarheen:
Na een goede maaltijd en nog wat grapjes
(want een Guust laat je nooit staan, toch??? )
wijle were verder maar na nogmaals 3Km sloeg die ene cilinder weer af, weer zelfde probleem:
ontsteking want vonkende bougie maar geen bezine door de verstuiver, wel toevoer naar de verstuiver.
Maar ditmaal leek het erop dat ik hier, op het verste en dus slechtste punt van de rit, echt zou stranden.
Een paar opties overlopen: mijn wegenwacht in Belgie gebeld, maar ik ben enkel verzekerd voor de wagen, de moto-reis-bijstand daar was ik nog mee bezig en men wist me doodleuk te melden dat het me heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel veel geld zou kosten om me te repatrieëren.
Raf en Veerle kwamen met de oplossing: zij zouden de rit nog een eindje verder doen, huiswaards keren, de kamionette halen, en terugkeren om mij op te halen.
Een Godsgeschenk van een voorstel, want ik wist echt niet hoe me uit deze situatie te redden.
De moto ergens bij iemand veilig zetten en achterop bij iemand op de moto huiswaarts keren was ook een optie.
Dus kwart voor twee, zoiets, ik op één cilinder voorzichtig de drie Km terug naar Mahlem, naar het eethuisje waar we wat eerder geweest waren.
Daar de moto langs de kant en tegen de eigenaars mijn probleem uitgelegd (gelukkig spreek ik nog tamelijk wat Duits) en ik mocht daar blijven wachten op de beloofde hulp,die naar mijn schatting daar zo rond 18h30 à 19h00 wel zou zijn.
Beetje optimistische schatting zoals later wel zou blijken.Rond drie uur kreeg ik gezelschap van een koppeltje op een zwarte V7Classic
Tijd gaat snel als je wat kan praten, maar zij konden uiteraard niet blijven dus ik bleef alleen achter, ergens toch nog in de gaten gehouden:
en ik wist (en had het ondertussen ook aan de thuisbasis geschreven): komt wel goed! Vanaf dan ging de tijd traag, zeer traag
Om 18h00 werd het eethuis gesloten en de uitbater vroeg of het wel in orde kwam
hij zei dat ie ging rond 20h00 terugkeren om te kijken of ik er nog was. "Bijlange niet" heb ik hem toen geantwoord.
Wist ik veel,... En toen werd het stil rondom mij en koud.
Van de beloofde mooie lentedag was daar in het hoge Eifelgebergte niets te merken, om warm te blijven liep ik wat rond in de zon en ik werd door de buurt echt wel in de gaten gehouden. Zo rond zevenen kwamen er twee mannen met koffie bij mij wat staan praten en vroegen ze of ze met iets konden helpen. maar Raf had al vanalles geprobeerd, dus heb ik ze bedankt voor de koffie en de bezorgdheid, maar alles zou wel in orde komen.
Wat later riep een vrouw me iets toe, en haar kon ik hetzelfde verhaal vertellen en : komt wel goed.
Toen overviel me het besef: hey, van een Guzzirijder die een zondags ritje doet ben ik hier een gestrande reiziger.
Sh*t happens en ik zat er middenin.
Gelukkig kon ik de tijd wat doden door te wandelen, wat te sms-sen, en te wachten,...
Rond 20h00 kreeg ik telefoon van Veerle, ze waren pas vertrokken in Oosterzele wegens grote files in't naar huis rijden en zo.
Ik dacht "f*ck, 250Km, men kan hier ten vroegste om 22h30 zijn, dit wordt een lange koude avond"
Maar, als de situatie het ergst leek,kwam daar mijn redder: de eigenaar van de zaak (waar trouwens in koeien van letters opstaat "Biker wilkommen")
was om 20h echt terug gekomen om te kijken hoe het met me was (of ik al weg was dus)
Er was ditmaal geen lieveheren aan, ik moest mee naar zijn huis zijn vrouw, zeer bezorgd, vroeg of ze warm eten moest klaarmaken,
maar ik was al blij met een warme kop koffie, en de warmte van het huis, want het WAS koud buiten.
De vrouw des huizes is dan nog "ergens" achter goulasch-soep gereden en met wat brood was dat op dat moment een meer dan heerlijke maaltijd.
Echt, de gastvrijheid die ik, als gestrande reiziger, van de mensen uit dat dorpje mocht ondervinden,
Hulde!!!
De tijd ging gelukkig snel voorbij en m'n kennis van het Duits heeft me geholpen toch wat "diepgaande" gesprekken met die mensen te hebben over
politiek (dezelfde soap als hier), familieleven , kinders (onze kinderen bleken dezelfde leeftijd te hebben), werk,....
En om kwart na negen vroeg ik om me terug te brengen naar m'n motootje dat daar zo eenzaam en alleen stond te staan op een leeg terras bij een eethuis in de donkere nacht. Maar de eigenaar deed me eerst beloven dat ik hem zou bellen indien de repatriëring niet zou doorgaan,
dan kon ik de nacht bij hen doorbrengen.Echt waar, nog nooit meegemaakt.Bij aankomst stonden Raf en Veerle de moto reeds in te laden.
Hartelijk afscheid genomen van de gastvrije familie en hen stellig beloofd hun nog eens te komen bezoeken, met een werkende moto!
Die verdienen een bloemetje, en meer dan één. De terugreis werd opgevuld met verhalen vertellen, iedereen kent Raf ondertussen wel een beetje
dus ook al was ik stikkapot, van slapen in de kamionette was absoluut geen sprake.Om half twee 'snachts werd ik veilig aan m'n deur afgezet
de moto vervolgde zijn reis verder naar het werkhuis. Later op de dag krijg ik bericht wat nu eigenlijk de oorzaak van alle problemen is.
Het was mijn dagje niet, maar bij dat "ongeluk" van de panne heb ik veel meer geluk gehad: het geluk dat Raf en Veerle erbij waren, het geluk gastvrije mensen ontmoet te hebben, het geluk de Duitse taal wat meester te zijn en het regende niet,...
Maar het schijnt een mooie rit geweest te zijn.
Christiaan